Selecteer een pagina

Wordt het een Leifheit, een Tefal of een Brabantia.

In deze coronatijd, nu veel mensen thuiswerken, lijkt het iets minder belangrijk of je er wel representatief uitziet. Hoef je niet te facetimen, te Zoomen of te skypen en heb  je geen videoconferentie of houd je je niet bezig met andere vormen  van video bellen, dan kun je gewoon in je pyjama aan het werk, desnoods in je blootje, want meestal zie je alleen elkaars hoofd. Dus er is 1 eis en dat is ‘als je haar maar goed zit’. Dat valt voor velen niet mee, nu je geruime tijd niet naar de kapper kunt, maar veel partners, knippen elkaars haar, ouders die de halen van hun kinderen knippen of volwassenen die ervoor zorgen dat hun bejaarde ouders er ook achter het raam nog een beetje patent uitzien.

Maar als je binnenkort elkaar weer in het echt gaat ontmoeten, dan zijn de eisen wel wat anders. Dan wordt verwacht dat je er, afhankelijk natuurlijk van je baan, er weer patent uitziet. Dus niet meer in je Sjonnie outfit, maar met een keurig gestreken overhemd, rok of jurk.

Natuurlijk zijn er mensen die niet strijken of niet meer. Ze kopen kleding die niet gestreken hoeft te worden of ze geven niet zoveel om hun outfit en ook hun omgeving doet er niet moeilijk over.

Ik heb in mijn leven al heel wat gestreken, met 5 dochters en een man met een kantoorbaan en zelf een voorliefde voor het dragen van jurken. Het is niet mijn hobby, maar met een muziekje op de achtergrond of een podcast vind ik het wel te doen. En sinds kort heb ik een nieuwe strijkplank. Een Brabantia. Vijfentwintig jaar heeft het me gekost om zo ver te komen om een artikel van het merk Brabantia in huis te halen, maar het is gelukt, ik heb mezelf overwonnen en hij bevalt prima.

Zesentwintig jaar geleden was ik in verwachting van onze derde dochter. We hadden toen al twee dochters van 1 en 2. Ik had eerst orthopedagogiek gestudeerd, maar had besloten ook de universitaire studie psychologie er nog achteraan te doen. Dat ging prima, ik deed de avondopleiding en overdag zorgde ik voor de kinderen en had ik een klein praktijkje. Toen werd het tijd voor mijn scriptie en daar begonnen de problemen. Ik was hoogzwanger en had bekkeninstabiliteit en kreeg een scriptiebegeleider toegewezen die mij moest helpen om een keuze te maken voor een te onderzoeken vraagstelling. De eerste ontmoeting was rampzalig. Ze zag mijn buik en mijn moeizame tred en begreep niet wat ik kwam doen. Ik wel, ik wilde afstuderen.

Ze begreep niet waarom en dat met een ziek lijf en straks 3 kinderen onder de 3. Maar toen zag ze dat ik ook al afgestudeerd was als orthopedagoog en dacht, dan heb je misschien toch wat in je mars.

Maar doordat er nog geen internet bestond en ik in mijn situatie niet op stap kon gaan voor interviews of ander onderzoek, vroeg ik of het niet mogelijk was om een literatuurstudie te doen. Nee, onmogelijk, daar wilde ze niet aan meewerken. Ze had een ander idee. Er lagen nog oude onderzoeksgegevens van iemand die een onderzoek had gedaan naar COPD en psychische gezondheid. Ik kon die oude gegevens wel gebruiken om een nieuwe vraagstelling te formuleren en te onderzoeken. Het werd ‘COPD en werk’, een voor mij totaal oninteressant onderwerp, maar ik wilde afstuderen, dus hoppa, ik aan de gang. Eerst bevallen en er daarna achter komen dat de bekkeninstabiliteit zo erg was dat ik helemaal niet meer kon lopen en een jaar lang elke dag gezinshulp kreeg voor 3 kleine kindjes en huishouding en daarnaast onderzoek doen.

De negatieve opstelling van mijn begeleidster bleef, ondanks dat ik me steeds netjes hield aan de afspraken, op tijd mijn werk inleverde en precies deed wat me gevraagd werd. Zij bleef commentaar hebben op mijn situatie, op het feit dat ik voor begeleiding niet of zelfden en moeizaam naar de faculteit kon komen. Maar ik probeerde me er niet al te veel van aan te trekken en gestaag door te gaan. En het lukte, een jaar later was ik klaar en kon ik komen om mijn scriptie te verdedigen.

Ik kon ondertussen weer kleine stukjes lopen en omdat we geen oppas konden vinden voor de kids, stelde ik voor om maar alleen te gaan. Mijn man vond dat niet kunnen en zei ‘we gaan gewoon met z’n’ allen’. Het was een warme dag en in de auto onderweg moest een kind spugen. Toen ik haar wilde helpen spuugde ze nog een keer op mijn keurig gestreken nieuwe witte blouse. Met billendoekjes heb ik het ergste weggeveegd en daarna gingen we door naar Leiden. Ik moest naar binnen om mijn scriptie te verantwoorden voor mijn begeleidster en nog een groep wijze mensen en mijn man en dochters van 1,2 en 3 jaar bleven in de gang, samen met 2 vriendinnen die nog waren gekomen om mij moreel bij te staan en foto’s te maken van de uitreiking.

De verantwoording ging goed en toen mocht iedereen naar binnen. Ik dacht, kunnen mijn man en vriendinnen ook zien wat voor vrouw mij dit jaar heeft geholpen door mij vooral dwars te zitten. Maar toen de kindjes binnenkwamen smolt ze en zei ‘wel heel knap van je dat je in deze situatie van zelf ziek zijn en moeder zijn van 3 kleine kinderen zover bent gekomen’. Ik denk dat de koppies van onze schatjes haar hart had geraakt.

Maar ik bleef over dit jaar en met name over deze vrouw toch een vervelende nasmaak hebben.

En nu het plot. Zij was de vrouw van de directeur van Brabantia destijds. Ik heb dus het merk Brabantia altijd gekoppeld aan deze vrouw en haar benadering van mij en dacht ‘bij ons in huis komt geen Brabantia’.  Maar na 25 jaar is mijn hart verzacht en toen ik pas een vergelijkend onderzoek ging doen naar strijkplanken, kwam de Brabantia wel goed uit de bus. Dus werd het geen Tefal of Leifheit en strijk ik vrolijk alle plooien glad op mijn Brabantia strijkplank, zodat we er straks na corona weer netjes uit kunnen zien.