Selecteer een pagina

Welk verhaal raakt jou het meest?

 

Vandaag, 20 maart is het wereldverteldag. Op deze dag vertellen mensen 24 uur lang verhalen. Op deze dag begint de lente in het noordelijk halfrond en begint de herfst in het zuiden. Als de ene helft van de wereld nog slaapt, is de andere helft van de wereld elkaar al verhalen aan het vertellen.

Elk jaar heeft wereldverteldag een ander thema. Dit jaar gaat het om ‘mythes, legendes en heldendichten’. Maar natuurlijk is een dergelijk thema niet bindend. Verhalen kunnen over allerlei onderwerpen gaan, iedereen kan verhalen vertellen. Verhalen kunnen bijvoorbeeld ook gaan over jouw leven, je levensverhaal of een stukje ervan. Je kunt ook verhalen vertellen die je hebt gelezen of een verhaal over een mooie of spannende film.

Verhalen kunnen ook een (hoger) doel hebben. Een verhaal kan je wat leren of laten ervaren. Verhalen vertellen en ernaar luisteren kunnen je een gevoel van verbinding geven. Verhalen zorgen voor overdracht van kennis, maar ook van waarden en normen, ze kunnen je helpen om te luisteren, je te  verwonderen of ze hebben juist het effect dat je jezelf of de ander vragen gaat stellen.

Er zjin fictieve en non-fictieve verhalen, dus verzonnen en waargebeurde verhalen. Ze kunnen worden door gegeven van generatie op generatie, door ze te blijven doorvertellen, of door ze op te schrijven of te verfilmen.

Pas zag ik de film ‘ The persuit of happiness’. Deze film is gebaseerd op het gelijknamige boek. Dit boek is weer gebaseerd op een waargebeurd ‘verhaal’, het verhaal van de zakenman Chris Cardner. De film gaat over een vader die ondanks tegenslag geluk probeert te vinden en een goed bestaan voor zijn zoontje probeert op te bouwen. Wat mij betreft een prima voorbeeld van een verfilmd waargebeurd levensverhaal.

Maar waar ik het over wil hebben is over het verhaal welke zoontje  Christoffer genaamd, op een bepaald moment aan zijn vader vertelt. ‘

Pap luister eens. Op een dag lag er een man in het water. Een langsvarende boot vroeg ‘heb je hulp nodig?’

‘Nee dank je God zal me redden’ Toen kwam er nog een boot langs: ‘Heb je mijn hulp nodig? ‘Nee dank je God zal me redden’

Hij verdronk en ging naar de hemel. Hij zei ’God waarom heeft u me niet gered?’ God antwoordde ‘En die twee boten dan, sufferd.’